Door een toevallige samenloop van omstandigheden kwam ik aan het eind van de herfstvakantie nog 's een halve dag in Plopsaland terecht. Het was al over elven toen we op het drassige parkeerterrein arriveerden, maar het bleek vrij rustig te zijn - geen files op weg naar het park, geen lange rijen aan de kassa's en geen grote drukte in het park. Het zag er even uit alsof het wél een drukke dag zou worden, omdat je op het toegangsplein op de koppen kon lopen. Maar dat bleek maar tijdelijk te zijn; de grote drukte had te maken met de drie kermisspookhuizen die Plopsaland hier ter gelegenheid van Halloween bij elkaar had gezet, zodat iedereen hier wel even bleef hangen. Het eerste van de drie was het minste van allemaal, het doorloopspookhuis "Halloween", dat er uit zag alsof het al bestond voor de jaren zeventig-film waarop het gebaseerd was. De gevel was een collageschildering van allerlei bekende horrorfiguren, van Freddy uit Friday the 13th tot het monster van Frankenstein, van Chucky tot Dracula en van Michael Meyers tot de American Werewolf. Binnenin stonden eveneens vooral filmmonsters achter glas die belicht werden als je er voorbijkwam. Eén ervan was een bewegend beeld van een nagenoeg geheel ontkleed Elvira-achtig vrouwmens, dat noch griezelig, noch passend was in de Plopsalandsfeer, maar goed, dat laatste gold voor alledrie de kermisattracties die Plopsaland voor de gelegenheid had uitgenodigd.
Het tweede spookhuis was Thriller, een niet onaardige maar ietwat verfomfaaide attractie, die naar het schijnt het grootste transportabele spookhuis van de Benelux is. Van buiten ziet het er best oké uit, met een vrij indrukwekkende bewegende reuzenheks als grootste kijkattractie, die volgens het begeleidende bordje Eucalypta heet en cupmaat ZZ heeft. Maar van binnen was het gewoon een kermisspookhuis zoals er dertien in een dozijn zijn, met veel te weinig duistere, lege gangen met hier en daar 's een poppetje dat heel rudimentair bewoog als je er in je wagentje voorbijfloepte. Het meest nog doet de attractie denken aan het spookhuis uit Blackpool, maar dan in een soort miniversie. Tot slot was er nog een cakewalk, het "Boobytrap Hotel", met de standaard bewegende trappen, ronddraaiende tonnen en schuine doorgangen. Het is een vreemde keuze van Plopsaland om dit soort dingen naar het park te halen, maar dat Studio 100 graag kermisspul in huis haalt, was al bekend: toen de Piratensplash eerder dit jaar niet tijdig klaar was, pakte het park uit met een kermisslingshot, en ook PlopsaCoo kreeg dit jaar onder andere een kermis-Wild Mouse-achtbaan als warmhoudertje voor een half seizoen. Het is echter een nog vreemdere keuze dat het park de drie kermisrides samenzet op één pleintje aan de ingang, wat voor een enorme drukte zorgt 's ochtends en 's avonds, maar wat de attracties de rest van de dag nagenoeg aan hun lot overlaat.
Op het moment dat ik dit schrijf, staat de monorail van Plopsaland op eBay. Tienduizend euro vragen ze voor deze Schwingelattractie uit 1973, op voorwaarde dat je hem zelf komt uit elkaar halen en meeneemt. Benieuwd of iemand toehapt. Lijkt me eigenlijk best leuk voor een middelgrote stad met een niet onaardig stadspark, of voor een dierentuin zoals Planckendael of Paradisio of zo. De monorail draait momenteel al voor het drieëndertigste jaar op rij zijn rondjes boven het park. Het tien meter hoge spoor brengt je via het voorplein door het gebied dat vroeger de Sprookjestuin was en over de oude Melituinen. Die Sprookjestuin werd twee jaar geleden ontruimd en van alle sprookjesgebouwen en -bewoners ontdaan, en naar verluidt worden de Melituinen volgend jaar gesloten; het park wil op die oppervlakte tegen 2008 of 2009 een West-Vlaamse tegenhanger van het Hasselse Plopsa Indoor bouwen. Ten slotte gaat ook volgend jaar de huidige speeltuin op de schop, want er komt een nieuwe, uitgebreide Ploptuin met een grote Plopshop, twee nieuwe attracties (een Dumbo-achtige kikkermolen en een elektronisch ponyparcours op rails, zoals ze ook in Walibi en Bobbejaanland hebben, maar hier dan met konijnen in plaats van pony's) en een geheel nieuwe speeltuin in Kabouter Plopthema, inclusief een waterspeelgedeelte. Daarvoor moet wel zo'n beetje alles wijken wat er nu nog staat, en dat zijn stuk voor stuk zaken uit het oude Meli-tijdperk, toen dit speelplein nog Carioca heette en in 1984 werd geopend met het Liegebeest als mascotte. Het einde van de speeltuin betekent dus ook het einde van de huidige ballenbadententen en de grote, gele mattenglijbaan. Het verdwijnen van die zaken, en de monorail, en de Melituinen, voorzag me dus van voldoende excuses om nog eventjes naar Adinkerke te trekken en een laatste blik te werpen op enkele van de steeds zeldzamer wordende, authentieke Melirestanten die nog in het park te vinden zijn.
Eerst trokken we de Melituinen in. Die gaan in principe volgend jaar nog niet verdwijnen, maar naar verluidt zouden er wel plannen zijn om ze al vanaf begin volgend jaar niet langer meer toegankelijk te maken voor het publiek, zoals Plopsaland twee jaar geleden ook al deed toen ze het Sprookjesbos ontruimden. Op die manier hoeven ze het stuk park ook niet langer meer te onderhouden natuurlijk. Behalve wat siervogels in de volières en wat eenden en zwanen her en der, zijn de meeste dieren uit de Melituinen verdwenen. Herbergde deze plek in Melitijden nog olifanten, flamingo's, ezels, aquaria en zelfs een aapje dat aan een kabel vasthing, dan geeft dit gedeelte van Plopsaland, zeker op een ietwat druilerige dag als vandaag, je het gevoel alsof je in een spookpark ronddwaalt: er is niemand, de meeste kooien, volières en perken zijn leeg, de fonteinen staan uit, halfvergane bruggetjes zijn met nadars afgezet en uit de struiken komen vreemde, grommende geluiden van enorme zwanen, die er uitzien alsof ze in olie hebben zitten pootjebaden, vandaan. Het was een mooi, rustgevend stukje Meli vroeger, maar nu zijn deze tuinen niet veel meer dan een troosteloze, desolate spookdierentuin. Het vrolijke gegil van kinderen klinkt ver weg als je op deze plek bent en het enige lawaai dat de stilte hier verstoort, is het krankzinnige geschetter van de zwarte, op twee poten rechtop lopende eenden die me proberen te achtervolgen omdat ze in de plastic zak die ik bij me heb een broodzak menen te herkennen, en het knarpende geluid van de wielen van de monorail die om de vijf minuten hier voorbijkomt.
Tsja, de monorail. Ik snap Plopsaland wel natuurlijk. Nu de Sprookjestuin er niet meer is, en als volgend jaar de Melituinen aan hun lot overgelaten worden tot ze overwoekerd zijn door welig tierend onkruid, dan wordt een ritje in de monorail, dat voor tachtig procent deze twee gebieden als uitzicht heeft, natuurlijk wat bizar: een leeg sprookjesbos en een verwilderde tuin, ik zou het mijn bezoekers ook liever niet laten zien. Aan de andere kant is dit donkerrode treintje gewoon een monument in Vlaanderen, het is onvervalste pretparkromantiek waarbij elk element, van het typisch klikkende geluid als de deurtjes worden dichtgeslagen tot het instapstation met zijn witte golfplaten dak met de rijtjes lichtjes die nagenoeg altijd aanwaren, voor altijd in mijn geheugen gegrift zal zijn. Ik heb de monorail in zijn drie incarnaties gedaan: in zijn oorspronkelijke, typisch jaren zeventig-gestroomlijnde look, in zijn Meli-look, waarbij de trein vooraan een locomotiefje kreeg met een Melibij als machinist, en in zijn huidige look, waarbij Samson en Gert de plaats van de bij hebben overgenomen. Ik heb de mooiste herinneringen aan de oorspronkelijke variant. Aan hoe je langs de Pirat en Ezeltje strekje het Sprookjesbos inreed, hoe je tussen de bomen eerst voor je de wandelende reus zag lopen en daarna, als je snel naar rechts keer, bezoekers de Spokengilde zag ingaan, hoe je de vliegende heks door de bomen zag vliegen en je even langs het paleis van 1001-nacht ging om daarna in de richting van de Melituinen te glijden. Ach, het is nostalgie, maar zoals gezegd: het is duizend keer zonde dat dit rijdende koekblik uit de Belgische pretparkgeschiedenis moet verdwijnen, en dan nog maar voor tienduizend euro, maar met de sprookjestuin en de oude Melituinen met respectievelijk twee benen en één been in het verleden, stelt het ritje ook maar weinig meer voor, en als ze straks beginnen met het bouwen van hun Plopsa Indoor hier staat hij toch maar in de weg, dus ik snap het wel. Hopelijk komt hij niet al te ver terecht, wanneer straks de veiling afloopt.
Ook voor het laatst gingen we nog 's naar de oude speeltuin. Uren heb ik hier in de ballenbaden gezeten; Meli was het eerste park in België dat met een ballenbad uitpakte en dat was lang voor zulke dingen gemeengoed waren in elke McDondald's en elke zichzelf respecterende kindercrèche. Zo'n enorme speeltuin was uniek voor zijn tijd; de grote, gele mattenglijbaan was lang een van de hoogste van Europa (en stak, toen hij in 1984 werd toegevoegd, het glijbaanrecord van de Efteling voorbij) en her en der waren buizenstelsels en andere nieuwerwetse speeltuigen in Cariaoca te vinden, waardoor deze Melispeeltuin toch meer was dan zomaar een speeltuin. Het meeste van de oude Cariaco verdween toen Plopsaland hier in zijn openingsjaar de Plopzone van maakte, maar wat er nog is maakt dus volgend jaar plaats voor een groots gethematiseerd kaboutergedeelte dat het vooral van themeing zal moeten hebben. Het voelde raar om nog 's op deze plek te komen voor hij voorgoed verdwijnt. Het is een plek waar ik nu niets meer aan heb, ik ben te oud voor ballenbaden of springkastelen. Maar toen ik daarnet voor de allerlaatste keer tot bovenop de glijbaan wandelde en terugkeek naar de plek onder me, was het alsof alle herinneringen van uren speelplezier van langgeleden weer terugkwamen. Uiteraard zal het er allemaal veel mooier en moderner uit komen te zien, vanaf volgend jaar. Misschien is ouder worden in het algemeen gewoon het zien verdwijnen van steeds meer plekken die ooit belangrijk voor je zijn geweest.
Tot slot nog eventjes iets over de Springflyer. Toen ik de vorige keer in Plopsaland was, was deze attractie er nog niet. Nu dus wel, en ondanks m'n hoogtevrees heb ik me er toch aan gewaagd. De Springflyer is een zweefmolen, met gewone zitjes aan gewone, veel te dunne kettinkjes, die gewoon z'n rondjes maakt zoals om het even welke andere zweefmolen, alleen gaat deze zeventig meter de lucht in. Man, ware doodsangsten heb ik meegemaakt op dat ding. Ik snap niet wat dit ding in Plopsaland doet, want vandaag ging ie meestal met een boel lege zitjes naar omhoog, en logisch ook: het doelpubliek van Plopsaland komt al huilend uit één van de spookhuizen bij de ingang, laat staan uit een zweefmolen van zeventig pokkemeters hoog. Maar goed, voor al wie niet tot het onmiddellijke doelpubliek hoort is die Springflyer dus een waanzinnige attractie, die op zich niks spectaculairs heeft maar door zijn hoogte halsbrekend gevaarlijk wordt. Maar goed, alles wat je op zeventig meter hoogte brengt, wordt ineens de spectaculairste attractie ter wereld. Dat geldt ook voor tamme zaken als koffiekoppen, dumbo's en koggemolens, maar al helemaal voor een attractie waarbij het enige wat je scheidt van een pijnlijke, door de zwaartekracht geïnduceerde dood een kettinkje van amper een centimeter dik is. De Oostenrijkse bedenkers van dit gekke ding, Funtime Handels, doen goeie zaken, want dit jaar opende ook al zo'n Star Flyer op een vaste kermis in Orlando, in Tivoli in Denemarken en in Holiday Park in Duitsland, en voor volgend jaar staat er nog een tweede in België gepland, op het stadspleintje dat het nieuwe hart moet worden van PlopsaCoo. Maar goed, we hebben de SpringFlyer gedaan én hem overleefd: we kunnen het verder vertellen en ik kan met trots meteen bekennen dat dit zonder twijfel de grootste thrill is die ik dit pretparkseizoen heb meegemaakt. Amen.
Erwin Taets